De Lions organisatie
Er zijn wereldwijd 1,4 miljoen Lions. Elke Lion is lid van een Lionsclub, waarvan er wereldwijd 46.000 zijn.
Elke Lionsclub is lid van:
- een district (Nederland telt 6 districten)
- het multiple district (Nederland is Multiple district 110)
- Lions Clubs International.
Elke Lionsclub mag stemmen op de algemene ledenvergadering van het district (districtsconventie), het Multiple district (de nationale conventie) en Lions Clubs International (de internationale conventie).
Wat op de internationale conventie besloten wordt is bepalend voor alle Lions wereldwijd. Door het lidmaatschap van de Lions te aanvaarden geef je aan dat je je daarnaar zult gedragen.
Contributies
Elke Lion betaalt per jaar contributie buiten zijn/haar club om, die als volgt is opgebouwd:
Contributie MD110 | circa € 30,50 - besluit Nationale Conventie |
Contributie Lions Clubs International | circa € 32,00 - besluit Internationale Conventie |
Contributie District | circa € 18,00 - besluit districtsconventie |
Bijdrage aan LCIF | € 5,00 - besluit Nationale Conventie |
Bijdrage aan Stichting Hulpfonds | € 2,00 - besluit Nationale Conventie |
Bijdrage aan Stichting Jeugduitwisseling | € 5,00 - besluit Nationale Conventie |
De contributies zorgen ervoor dat de organisatiekosten vande Lions uit eigen middelen worden betaald, zodat de kosten die voor goede doelen gemaakt worden niet ten koste gaan van de opbrengsten voor het goede doel.
Erecode
Bij het aangaan van het lidmaatschap geef je aan dat je je volgens de internationaal afgesproken erecode zult gedragen. Van een Lion wordt verwacht dat hij (zij):
- zich tijdens zijn werk/leven zodanig zal inzetten dat hij aanspraak mag maken op een goede reputatie;
- goede resultaten nastreeft tegen een redelijke vergoeding, zonder gebruik te maken van ontoelaatbare middelen of door anderszins incorrect te handelen;
- steeds voor ogen houdt dat zijn positie/carrière niet ten koste van anderen mag worden opgebouwd; degenen die een beroep op hem doen niet in de steek laat en trouw is aan zijn principes;
- bij twijfel of zijn positie of handelen tegenover een ander wel rechtmatig of moreel verantwoord is, twijfel wegneemt, ook al is dat strijdig met zijn eigenbelang;
- vriendschap niet als middel maar als doel beschouwt; ervan uitgaat dat ware vriendschap niet berust op wederzijds verleende diensten, niets verlangt en diensten aanvaardt in de geest waarin zij worden gegeven;
- hij zich steeds bewust is van de plichten ten opzichte van zijn land en leefgemeenschap, zich in woord en daad loyaal gedraagt en zoveel als mogelijk is tijd, energie en middelen voor deze samenleving inzet;
- zijn medemensen helpt door mee te leven in gevallen van nood en steun en hulp biedt;
- voorzichtig is met kritiek, royaal met lof en zich niet negatief maar constructief opstelt.